Thuiswerken 183 dagen regeling – Corona Covid 19 maatregelen – grensoverschrijdend werken
Voor werknemers die grensoverschrijdend werken kunnen de maatregelen in verband met de coronacrisis een verschuiving van het heffingsrecht over (een deel van) hun inkomen van werkstaat naar woonstaat veroorzaken. Dit is bijvoorbeeld het geval als zij (noodgedwongen) thuiswerken op dagen die zij normaal gesproken in de andere lidstaat zouden doorbrengen.
Hieronder zullen wij de mogelijke grensoverschrijdende fiscale gevolgen van thuiswerken voor zowel bedrijven als hun werknemers bespreken.
Fiscale gevolgen van het thuiswerken in grensoverschrijdende situaties
Werkgever is gevestigd in Nederland
Situatie: Werknemer werkt gewoonlijk in Nederland terwijl Nederland ook zijn fiscale woonplaats is. Werknemer werkt nu tijdelijk vanuit huis in zijn oorspronkelijke land van herkomst.
Wanneer Nederland met het oorspronkelijke land van herkomst een belastingverdrag heeft gesloten, geldt in de regel de zogenoemde 183-dagenregeling. Op basis van deze regeling is het salaris van de werknemer pas ter belastingheffing aan het oorspronkelijke thuisland toegewezen indien de werknemer meer dan 183 dagen in dat land verblijft. Afhankelijk van het toepasselijke belastingverdrag worden de 183 dagen geteld gedurende een kalenderjaar, gedurende een belastingjaar of gedurende een aaneengesloten periode van twaalf maanden. Als het verblijf in het oorspronkelijke thuisland niet meer dan 183 dagen in één van voorgenoemde periodes zal overschrijden, zijn er in beginsel geen fiscale gevolgen van het noodgedwongen thuiswerken. Het is wel raadzaam om te bezien of de werkgever in het oorspronkelijke thuisland van de werknemer aan fiscale verplichtingen moet voldoen. Mogelijk heeft de werkgever een registratieplicht in het desbetreffende land en wanneer de werknemer een belangrijk deel van de omzet in zijn oorspronkelijke thuisland gaat behalen, is het ook van belang dat bekeken wordt of de werkgever een risico van het ontstaan van een vaste inrichting aldaar loopt.
Situatie: Werknemer werkt gewoonlijk in Nederland terwijl Nederland niet zijn fiscale woonplaats is. Werknemer werkt nu tijdelijk vanuit huis daar waar ook zijn fiscale woonplaats is.
Een niet in Nederland wonende werknemer is in beginsel in Nederland belast voor het arbeidsinkomen dat betrekking heeft op de Nederlandse werkdagen, mits Nederland met het woonland een belastingverdrag heeft gesloten en de werknemer wordt beschouwd als fiscaal inwoner van dat land. In de regel is – op basis van het geldende belastingverdrag – namelijk dat gedeelte van het salaris ter belastingheffing aan Nederland toegewezen dat toerekenbaar is aan daadwerkelijk in Nederland gewerkte dagen. De 183-dagenregeling is niet van toepassing. De niet in Nederland wonende werknemers die nu opeens thuiswerken in hun woonland of veel meer thuiswerken, zullen over hun totale salaris dus minder belasting in Nederland verschuldigd zijn, terwijl zij daarover meer belasting in hun woonland verschuldigd zullen zijn.
Werkgever is gevestigd in het buitenland
Situatie: Werknemer heeft fiscale woonplaats in Nederland. Werknemer werkt gewoonlijk in het buitenland. Werknemer werkt nu tijdelijk vanuit huis in Nederland.
De in Nederland wonende werknemer is in beginsel in het werkland belast voor het arbeidsinkomen dat betrekking heeft op de werkdagen in het werkland, mits Nederland met het werkland een belastingverdrag heeft gesloten en de werknemer wordt beschouwd als een inwoner van Nederland. In de regel is namelijk dat gedeelte van het salaris ter belastingheffing aan het werkland toegewezen dat toerekenbaar is aan daadwerkelijk in het werkland gewerkte dagen.
De in Nederland wonende werknemers die nu opeens of veel meer thuiswerken in Nederland, zullen over hun totale salaris meer belasting in Nederland verschuldigd zijn, terwijl hun totale salaris voor een relatief kleiner deel in het werkland aan belastingheffing onderworpen zal zijn (en vrijgesteld in Nederland).
Van belang dat bekeken wordt of de werkgever een risico van het ontstaan van een vaste inrichting in Nederland loopt.
Situatie: Werknemer heeft fiscale woonplaats in buitenland. Werknemer werkt gewoonlijk in het buitenland. Werknemer werkt nu tijdelijk vanuit huis in zijn oorspronkelijke land van herkomst namelijk Nederland
Hier komt de 183-dagenregeling om de hoek kijken. Het kortstondig thuiswerken zal niet meteen tot de conclusie leiden dat de werknemer weer als inwoner van Nederland moet worden gekwalificeerd. Overtreft het verblijf in Nederland niet de periode van 183 dagen, geteld in een belastingjaar, periode van 12 maanden of kalenderjaar, afhankelijk van de inhoud van het van toepassing zijnde belastingverdrag, dan zal de beloning van de werknemer in de regel ter belastingheffing aan het werkland blijven worden toegewezen. In deze situatie geldt dat de werkgever zich alleen moet vergewissen van het eventuele risico van het ontstaan van een vaste inrichting.
Vaste inrichting
In sommige situaties kan een thuiskantoor een vaste inrichting vormen. Dit is in het algemeen alleen het geval als het thuiskantoor op regelmatige en continue basis wordt gebruikt voor het uitoefenen van zakelijke activiteiten en in de situatie waarin duidelijk is dat het bedrijf de persoon heeft verplicht om thuis te werken. Als gevolg hiervan is de kans aanwezig dat er allerlei belastingverplichtingen komen voor bedrijven en werknemers.
Vervolgstappen
Uit het bovenstaande blijkt dat het zeer goed mogelijk is dat de belastingplicht en/of inhoudingsplicht in een aantal gevallen zal verschuiven naar het thuis werkland. Door veel landen wordt deze problematiek erkend en in een aantal gevallen zijn er al bilaterale afspraken gemaakt (bijvoorbeeld tussen NL en Duitsland en NL en België) . Belangrijk is om bij te houden via werkkalenders waar de werknemer zich bevindt.
Mocht u vragen hebben of advies willen aangaande bovenstaande dan kunt u contact opnemen met MFFA Belastingadvies via ons contact formulier.